Sunteți pe pagina 1din 3

A. Toevoeging aan Stelling 1.

30 het boek Hoorcollege 2


Op bladzijde 34 van het boek staat Stelling 1.30. In deze stelling wordt bewezen dat als een
vierkante matrix A een linkerinverse B en een rechterinverse C heeft, deze aan elkaar gelijk
zijn. Helaas wordt niet ingegaan op de vraag of matrices die niet vierkant zijn misschien ook
een links- en een rechtsinverse kunnen hebben. Deze tekst heeft tot doel om antwoord te
geven op deze vraag, zonder gebruik te maken van nieuwe concepten.
A.1. Over linksinversen en rechtsinversen en hun berekening
Voorbeeld 1.28 laat zien dat met
A =

1 2 1
2 0 1

en B =

1 3
1 5
2 7

(1)
geldt dat AB = I
2
, de 22 identiteitsmatrix. En dus is A een linksinverse van B maar is ook
B een rechtsinverse van A. Maar stel nu, dat alleen de matrix A gegeven was, en gevraagd
zou worden om een rechtsinverse B te bepalen, hoe gaat dat dan? Het boek gaat hier niet op
in. Dat is jammer, omdat we de kennis al in huis hebben om dit te doen. Immers, de vraag
welke X R
32
voldoet aan de vergelijking AX = I
2
kan je herformuleren als
Vind x
1
, x
2
, x
3
, x
4
, x
5
, x
6
waarvoor geldt:

1 2 1
2 0 1

x
1
x
4
x
2
x
5
x
3
x
6

1 0
0 1

. (2)
Dit is, per denitie van matrix-vectorvermenigvuldiging, equivalent met

1 2 1
2 0 1

x
1
x
2
x
3

1
0

en

1 2 1
2 0 1

x
4
x
5
x
6

0
1

. (3)
De drie onbekenden x
1
, x
2
, x
3
voldoen dus aan de vergelijkingen
x
1
+ 2x
2
x
3
= 1 en 2x
1
+x
3
= 0. (4)
Laat x
3
= , dan geeft de tweede vergelijking dat x
1
=
1
2
en uit de eerste vergelijking volgt
dan dat 2x
2
= 1 +x
3
x
1
= 1 + +
1
2
= 1 +
3
2
en dus x
2
=
1
2
+
3
4
. Kortom, voor iedere
R is

x
1
x
2
x
3

0
1
2
0

1
2
3
4
1

(5)
een oplossing van de eerste twee vergelijkingen. De onbekenden x
4
, x
5
, x
6
voldoen aan de
vergelijkingen
x
4
+ 2x
5
x
6
= 0 en 2x
4
+x
6
= 1. (6)
Laat x
6
= , dan is x
4
=
1
2

1
2
, en 2x
5
= x
6
x
4
= (
1
2

1
2
) =
1
2
+
3
2
. Dus, voor
iedere R is

x
4
x
5
x
6

1
2

1
4
0

1
2
3
4
1

(7)
een oplossing van de eerste twee vergelijkingen. Merk nu op dat met = 2 en = 7 precies
de matrix B uit (1) wordt teruggevonden. Deze rechterinverse B van A is dus niet uniek!
A.2. Uitbreiding van Stelling 1.30
Stelling 1.30-A. Veronderstel dat A R
mn
, en dat B, C R
nm
zodanig zijn dat
BA = I
n
en AC = I
m
. (8)
Oftewel, B is een linksinverse van A, en C is een rechtsinverse van A. Dan is B = C.
Bewijs. We gebruiken de associativiteit van matrixvermenigvuldiging in combinatie met de
gegevens om te concluderen dat
B = BI
m
= B(AC) = (BA)C = I
n
C = C, (9)
waarbij we ook gebruikten dat I
p
X = X = XI
q
voor alle p q matrices X.
Stelling 1.30-B. Als A een links- en een rechtsinverse heeft, zijn meteen ook alle links-en
rechtsinversen van A daaraan gelijk.
Bewijs. Laat E zowel een linksinverse als een rechtsinverse van A zijn, dan geldt dus dat
EA = I
n
and AE = I
m
. Veronderstel dat G een linksinverse is van A. Dan geldt GA = I
n
.
Maar dit laatste in combinatie met AE = I
m
geeft met bovenstaande stelling dat G = E.
Evenzo bewijst men dat A geen andere rechtsinversen heeft dan E.
A.3. Terug naar het voorbeeld
Uit bovenstaande stelling volgt nu, dat A in ons getallenvoorbeeld op de vorige bladzijde geen
linksinverse heeft. Immers, was deze er wel, dan was deze gelijk aan de unieke rechtsinverse.
Maar we berekenden oneindig veel rechtsinversen! Dit is een tegenspraak, en dus heeft A geen
linksinverse. Hier is ook zonder bovenstaande stelling achter te komen. Immers, de vraag
welke X R
32
voldoet aan de vergelijking XA = I
3
kan je herformuleren als
Vind x
1
, x
2
, x
3
, x
4
, x
5
, x
6
waarvoor geldt:

x
1
x
4
x
2
x
5
x
3
x
6

1 2 1
2 0 1

1 0 0
0 1 0
0 0 1

. (10)
De drie vergelijkingen in x
1
en x
2
die hieruit volgen zijn
x
1
+ 2x
4
= 1 en 2x
1
= 0 en x
1
+x
4
= 0, (11)
en het is niet moeilijk in te zien dat dit een strijdig stelsel is.
A.4. Alleen vierkante matrices hebben zowel een links-als een rechtsinverse
Laat A R
mn
. De opdracht om X R
nm
te vinden met AX = I
m
leidt tot een stelsel
van m eerstegraadsvergelijkingen in de nm onbekende coecienten van X. De opdracht om
Y R
nm
te vinden met Y A = I
n
leidt tot een stelsel van n eerstegraadsvergelijkingen in
nm coecienten. Als n = m zal een van beide stelsels meer onbekenden dan vergelijkingen
hebben. We weten inmiddels dat als er meer onbekenden dan vergelijkingen zijn, dit stelsel
of strijdig is (geen oplossingen), of minimaal een vrije variabele heeft, en dus oneindig veel
oplossingen heeft. Dit is in tegenspraak met bovenstaande Stelling 1.30-A en 1.30-B, die
zeggen dat als een links- en rechtsinverse bestaan, ze aan elkaar gelijk en uniek zijn.
Stelling 1.30-C Alleen vierkante matrices kunnen inverteerbaar zijn.
Deze observatie rechtvaardigt, waarom in Denitie 1.31 van het boek de inverse van een
matrix alleen wordt gentroduceerd voor vierkante matrices.
2
A.5 Opgave
Bepaal, indien ze bestaan, alle linksinversen en rechtsinversen van
A =

1
2
1

, B = [1 1], C =

2 1
1 2

. (12)
Doe dit als in het voorbeeld in Sectie A.1, en voor de matrix C, ook zoals in Voorbeeld 1.38
uit het boek. Ga na dat je antwoorden conform de resultaten van Stelling 1.30-A-B-C zijn.
3

S-ar putea să vă placă și