Sunteți pe pagina 1din 3

Naomi Wijnen, s1390422

assignement 3

Soper, K. (1996) Nature/ nature in Robertson, G. et al. (eds.) FutureNatural: Nature,


Science, Culture London/New York, Routledge: 22-23.
In considering the future of nature, it is difficult not to be struck by the conjuncture at the
present time of two influential critiques of modernity whose political prescriptions and
agendas are in some ways complementary and overlapping, but which are talking to us about
nature in very different ways. I am speaking here of ecology on the one hand and what might
broadly be termed postmodernist cultural theory and criticism on the other (Soper 1996:
22). In haar tekst maakt ze dus een onderscheid tussen de ecologisten en de postmodernisten.
Beide zijn ze wel tegen humanistische opvattingen, alleen met verschillende redenen. Zo
beweren ecologisten dat dergelijke concepties ervoor hebben gezorgd dat men
antropocentrische bevoorrechting van onze eigen soort hebben aangespoord en zo dus onze
relatie met de natuur hebben vervormd. Postmodernisten beweren dat humanistische
opvattingen een voertuig was voor een etnocentrische en imperialistische onderdrukking van
culturele verschillen. Toch zien ecologisten nature als iets onafhankelijks met intrinsieke
waarde, waarheid of echtheid. Postmodernisten benadrukken de discursieve status van
nature en nodigen ons uit om de orde van nature te zien als iets wat alleen bestaat in de
ketting van de betekenaar (Soper 1996: 22). In haar tekst probeert Soper een paar redenen te
geven om de aangeduide discoursen in vraag te stellen en is ze van mening dat beide
discoursen een groter bewustzijn op zich moeten nemen met wat zij dus negeren en politiek
onderdrukken (Soper 1996: 23). We zullen altijd moeten leven met de consequenties van onze
culturele veranderingen, of sterven als gevolg daarvan. Natuur, in de realistische zin, bepaald
maar het minimale in hoe wij reageren tot haar limieten en potenties. Het zal bepaalde acties
aanbevelen, en zal altijd een zeg hebben in het bepalen in hoe wij handelen, maar het versterkt
geen politiek (Soper 1966: 33). Maar dit betekend niet dat we maar van alles kunnen doen met
het milieu. Het is n ding om de relatieve autonomie van onze politieke krachten te
erkennen, maar het is weer iets anders om van de beperkingen die de natuur ons brengt te aan
ontsnappen (Soper 1996: 34).
Hacking, I. (1995) The Looping Effects of Human Kinds in Sperber, D., Premack, D. & A.J.
Premack (eds.) Causal Cognition: A Multidisciplinary Debate Oxford, Clarendon Press: 351383.

In zijn artikel bedoelt Hacking met human kinds soorten waarvan we systematische,
algemene en accurate kennis van willen hebben. Dus classificaties die gebruikt kunnen
worden om algemene waarheden van de mens te kunnen formuleren. Deze generalisaties
moeten zo sterk zijn, zodat het menselijke wetten kunnen zijn, van hun acties en/of hun
gevoelens (Hacking 1995: 352). Vele items die men is tegengekomen in de wetenschappelijke
studie van mensen presenteren geen significant contrast met andere studies die we in de
natuur vinden. Hierdoor ontstaat er een spanning, want n streven van het onderzoek binnen
de menselijke soorten, is om deze te biologeren. Om dit te kunnen doen is het van belang om
van psychologie en andere sociale studies, ook een biologische studie te maken. Voorbeeld
die hij geeft is zelfdoding.
Menselijke soorten zijn in verschillende categorien. Een categorie is een reeks van
classificaties (Hacking 1995: 353-355). Vragen die Hacking zich stelt: Wat komt er eerst, de
classificatie of de causale connectie tussen twee soorten? Er zijn twee verschillende manieren
van concept formatie. De eerste waarin mensen eerst bepaalde onderscheiden maken en dan
de eigenschappen en causale relaties tussen de verschillende klassen bestuderen. De tweede
waarin causale relaties zijn erkend tussen individuen, en deze relaties worden gebruikt om
klassen te onderscheiden van elkaar (Hacking 1995: 361). Human Sciences zijn niet alleen
deel van ons systeem van kennis, maar maken ook deel uit van wat we eigenlijk kennis
vinden. Ze zijn ook ons systeem van regeren en hoe wij onszelf organiseren (Hacking 1995:
364). Menselijke soorten zijn beladen met waarden. Door de geschiedenis van sociale
wetenschappen heen was er een onderscheid tussen waarden en feiten (Hacking 1995: 366).
There is a looping or feedback effect involving the introduction of classifications of people.
New sorting and theorizing induces changes in self-conception and in behaviour of the people
classified (Hacking 1995: 370).
Bowker & Star (1999) Introduction in: Sorting Things Out: 1-16.
Our lives are henged round with systems of classification, limned by standard formats,
prescriptions, and objects (Bowker & Star 1999: 1). Classificeren is menselijk, voorbeelden
hiervan zijn het sorteren van vuile en schone was, maar ook sorteren van kleur en wit. De
kennis van dergelijke classificaties is embodied in aardse taken en praktijken en vele
verschillende sociale rollen. Maar hoe deze classificaties en standaarden zich in onze levens
vormen, is niet zichtbaar. Wat zijn deze categorien? Wie maakt ze? En wie verandert ze? Hoe

worden ze verspreid? (Bowker & Star 1999: 2-3).Dit zijn een reeks vragen die worden gesteld
in de tekst.
Antropologen hebben classificatie bestudeerd als een gereedschap om culturen te
kunnen begrijpen (Bowker & Star 1999: 3). We hebben een morele en ethische agenda in het
bevragen naar deze systemen, want elke standaard of categorie waarderen de ene kant, maar
brengt de andere kant tot zwijgen (Bowker & Star 1999: 5). Andere vragen die naar voren
komen in de tekst zijn: Wat doen classificaties en standaarden? Hoe werkt dat? Wat gebeurt
er met zaken die er niet bij passen? (Bowke & Star 1999: 9).
Ze geven ook hun betekenis aan het woord classificatie, namelijk: A classification is
a spatial, temporal, or satio-temporal segmentation of the world (Bowker & Star 1999: 10).
Deze zijn consistent, exclusief en het classificatie systeem is compleet. Standaarden zijn een
set van overeengekomen regels, zijn tijdelijke en vastgebonden aan de context, heterogeen,
rechtelijke instanties houden vaak standaarden na, geen natuurlijke wetten, moeilijk te
veranderen. Classificaties en standaarden zijn beide ambigu en constant, ze kunnen abstract
en concreet zijn. Ze zijn de zijden van een munt (Bowker & Star 1999: 11-16).

S-ar putea să vă placă și